Op de woningmarkt zullen toekomstige huizenkopers binnenkort kunnen profiteren van het Nationaal Koopstartfonds. Dit fonds biedt starters de mogelijkheid om een maximale korting van €50.000,- te ontvangen bij de aanschaf van een nieuwbouwwoning. De regeling is bedoeld om het voor starters gemakkelijker te maken om een woning te verwerven. Het betreft een lening: het bedrag dat starters van het Koopstartfonds ontvangen, dienen ze terug te betalen wanneer ze de woning verkopen.
Voor deze regeling heeft de overheid €70 miljoen beschikbaar gesteld, en ook gemeenten en projectontwikkelaars moeten bijdragen. Minister Hugo de Jonge (volkshuisvesting) wil dat het fonds nog dit jaar van start gaat, hoewel de exacte startdatum nog onbekend is. Er zijn enkele voorwaarden verbonden aan de korting voor koopstarters. De woning die de starter wil kopen, moet een nieuwbouwwoning zijn en mag niet meer kosten dan €390.000,-. Koopstarters mogen maximaal twee keer het modale inkomen verdienen.
Starters hebben al geruime tijd moeite op de woningmarkt. Vorig jaar meldde BLG Wonen dat de positie van starters op de woningmarkt naar een historisch dieptepunt was gedaald. Ook uit de Startersbarometers van Viisi, kwartaalupdates over de positie van starters, blijkt de afgelopen jaren weinig positief nieuws. De meest recente update in 2023 toonde aan dat slechts 20% van de starters verwachtte binnen een jaar een woning te kunnen kopen.
Het Nationaal Koopstartfonds is gebaseerd op bestaande Koopstartregelingen die al door gemeenten en projectontwikkelaars werden toegepast. In 2021 presenteerde de toenmalige minister van Volkshuisvesting, Kajsa Ollongren, al een plan voor een Nationaal Koopstartfonds gebaseerd op de bestaande regelingen. Het doel was om jaarlijks via deze constructie 10.000 nieuwe woningen voor starters te bouwen, waarbij financiering werd verzorgd door gemeenten, ontwikkelaars en de overheid gezamenlijk. Ollongren liet een rapport opstellen over dit idee, waarvan de uitwerking en goedkeuring werden overgelaten aan haar opvolger, aangezien het kabinet destijds demissionair was.